Google Analytics is dé tool om statistieken van je website of (web)app te verzamelen en analyseren. Het gebruik is gratis, bovendien kun je ongelimiteerd data verzamelen. Niet gek dat het wereldwijd door bijna 29 miljoen websites wordt gebruikt. Maar Google kennende staat de ontwikkeling nooit stil. In 2020 werd Google Analytics 4 uitgerold als de nieuwe standaard. Dit leverde veel verwarring op onder online marketeers en data analisten. De release was namelijk vrij plotseling en ingrijpend, er zijn behoorlijk wat functies gewijzigd. In dit artikel vertellen we je meer over de belangrijkste verschillen tussen Universal Analytics en Analytics 4.
Wat is Google Analytics 4?
Google Analytics 4 is de meest recente versie van de populaire tool Analytics. Sinds 2005 kunnen online marketeers en website beheerders deze tool gebruiken om online statistieken te verzamelen. Met de komst van Universal Analytics in 2013 moesten property eigenaren een keuze maken: website of applicatie statistieken. Met Analytics 4 is dat verleden tijd. Hier worden namelijk beide vormen gebundeld, waarbij alle statistieken in één property worden verzameld.
Universal Analytics vs. Analytics 4
Op het eerste gezicht zou je zeggen dat er niet veel is veranderd. Maar niets is minder waar, de stap naar Analytics 4 is een grote. Daarom zetten we de belangrijkste verschillen voor je op een rij. In het kort:
- De overstap naar event-driven data en de rol van Google Tag Manager
- De interface en de verschillende dashboards zijn gewijzigd
- Statistieken rondom gedrag (bouncepercentage, pagina’s per sessie, etc.) zijn verdwenen
- E-commerce gegevens zijn moeilijk(er) te meten
- Doelgroepen beheren is makkelijker geworden
1. Event-driven data
De kern van tracking via Google Analytics was altijd de sessie. Wanneer een bezoeker op je website terecht kwam, werd de sessie geregistreerd met een cookie, waarna de informatie werd doorgeschoten naar Analytics. Deze sessie werd vervolgens gekoppeld aan user data. Dit was voornamelijk informatie over het websitebezoek, zoals bekeken pagina’s en ingevoerde zoekopdrachten. Maar ook demografische en geografische informatie vanuit browserinstellingen zoals geslacht, leeftijd, etc.
Omdat veel websites, shops en apps tegenwoordig single page zijn, is Analytics overgestapt op het event-driven datamodel. Bij het bezoeken van een website of bezoeken van een app wordt er een serie events gecreëerd, die worden doorgeschoten naar Analytics. Het bekijken van een pagina is bijvoorbeeld een event, maar ook het klikken op een bepaalde link.
Dit betekent ook dat de rol van Google Tag Manager verandert wanneer je gebruik gaat maken van Google Analytics 4. Voorheen maakte je namelijk met triggers & tags bepaalde acties of handelingen op de website meetbaar door gebeurtenissen (events) te creëren. Deze gebeurtenissen koppelde je binnen Analytics weer aan specifieke doelen om deze inzichtelijk te kunnen maken. Deze stap komt echter in GA4 te vervallen. Door events aan te maken komen deze automatisch binnen in Analytics, vervolgens geef je zelf aan of deze meetbaar moeten zijn als conversie of niét.
2. De interface en dashboards
Heb je een nieuwe property aangemaakt? Of ben je overgestapt naar GA4? Dan is het best even wennen! De interface en dashboards zijn namelijk volledig vernieuwd. De onderdelen Doelgroep, Acquisitie, Gedrag en Conversies hebben plaatsgemaakt voor Levenscyclus, Gebruiker, Gebeurtenissen, Ontdekken en Configureren. Het aantal standaard rapporten is ook sterk gedaald.
3. Gedrag statistieken
Het gebruik van event-driven data betekent dat veel gedrag statistieken niet meer inzichtelijk zijn. Onder meer het bouncepercentage, pagina’s per sessie en het uitstappercentage (van specifieke pagina’s) zijn niet meer terug te vinden in GA4. In de plaats hiervan wordt er meer gekeken naar engagement (in het Nederlands: betrokkenheid). Zo geeft de kpi engaged sessions aan hoeveel gebruikers langer dan 10 seconden gebruik hebben gemaakt van de website of applicatie, een conversie heeft voltooid of meer dan 2 unieke pageviews heeft volbracht.
4. E-commerce gegevens
Het meten van E-commerce gegevens was voor veel developers en marketeers al een hoofdpijndossier. Helaas is daar met de komst van Analytics 4 voorlopig nog niets aan gewijzigd. Je zult er nog steeds voor moeten zorgen dat je website e-commerce gegevens gebruikt via de datalayer, welke Analytics automatisch kan oppikken. Gelukkig kun je dit met WordPress verzorgen via een gratis plugin en hebben veel populaire CMS systemen als Shopify en Lightspeed een ingebouwde datalayer.
Let op: je kunt de optie om e-commerce gegevens te meten niet meer in- of uitschakelen binnen Analytics. Door e-commerce informatie toe te voegen aan de datalayer, met bepaalde events, zal Analytics deze events automatisch registreren.
5. Doelgroepen beheren
Deze nieuwe versie van Analytics is ‘slim’ en kan direct bepaalde doelgroepen onderscheiden. Zo zullen bezoekers die een bepaalde conversie of aankoop hebben voltooid direct in een aparte doelgroep worden geplaatst. Daarnaast is het natuurlijk nog steeds mogelijk om custom doelgroepen aan te maken. Op basis van specifieke voorwaarden kun je individuele gebruikers in een doelgroep verzamelen.
Het eindoordeel
Al met al is er redelijk wat veranderd binnen Analytics. Het uiteindelijke resultaat levert dan ook gemengde reacties op. Alles wijst erop dat Google het gebruik van Analytics meer laagdrempelig wilt maken, met minder specifieke data en meer gestandaardiseerde rapportages. Daarnaast is het vrijwel een voorwaarde dat website en applicatie eigenaren gaan werken met een datalayer óf Google Tag Manager om conversies en transacties meetbaar te maken. Kortom, het onverdeelde succes van Google Analytics 4 blijft voorlopig nog even uit en de tijd zal uitwijzen hoe het zich op de lange termijn gaat ontwikkelen…