Hoe werken reguliere expressies? Hoe blokkeer ik dat IP-adressen naar Google Analytics worden gestuurd? En wat is het verschil tussen e-commerce en geoptimaliseerde e-commerce?
77% van de miljoen meest bezochte websites ter wereld gebruikt Google Analytics om bezoekersgedrag bij te houden. Google Analytics is gratis, gebruiksvriendelijk en zeer uitgebreid. Je kunt zien waar bezoekers vandaan komen, hoe lang ze op de site blijven en waar ze afhaken. Handig, want deze data kun je gebruiken om de website te verbeteren, bijvoorbeeld om bezoekers langer op de site te houden.
Ben je handig met Google Analytics? Dan weet je waarschijnlijk wel hoe je doelen instelt om conversies bij te houden en lukt het je ook wel om geavanceerde segmenten te creëren om de data op de juiste manier te filteren. Toch kan het altijd zijn dat je tegen vragen aanloopt. Start een chatgesprek (rechtsonder) of stuur een mail naar tim@stormachtig.nl als je een vraag hebt over Google Analytics.
Hieronder behandel ik alvast 21 veelgestelde vragen en antwoorden. Ik hoop dit artikel de komende jaren verder uit te breiden.
1. Hoe meet ik dezelfde gebruiker op verschillende apparaten?
2. Bezoekers gaan van site A naar site B: hoe houd ik dit bij in Analytics?
3. Hoe kan ik de domeinnaam in de rapportage zien?
4. Hoe zet ik meerdere Analytics-codes op één pagina?
5. Hoe blokkeer ik dat IP-adressen worden verzonden?
6. Kan ik van meer bezoekers gegevens over de sitesnelheid bijhouden?
7. Kan ik Analytics-data op een andere plek tonen?
8. Hoe toon ik data uit Analytics op mijn website?
9. Hoe werken reguliere expressies precies?
10. Hoe krijg ik snel inzicht in bepaalde trends?
11. Wat is het verschil tussen e-commerce en geoptimaliseerde e-commerce?
12. Hoe meet ik makkelijk verschillen tussen diverse versies van mijn website?
13. Hoe houd ik zoekopdrachten op mijn site bij?
14. Wat betekenen de nieuwe rapporten ‘Lifetime value’ en ‘Cohortanalyse’?
15. Hoe installeer ik Google Analytics op een AMP-pagina?
16. En hoe installeer ik Google Analytics in een Facebook Instant Article?
17. Hoe weet ik snel wanneer er iets mis is met mijn site?
18. Wat zijn berekende statistieken?
19. Hoe kan ik pagina’s gebundeld weergeven?
20. Hoe filter ik makkelijk pagina’s waar iets mis mee is?
21. Ik heb een andere vraag, wat nu?
1. Hoe meet ik dezelfde gebruiker op verschillende apparaten?
Wil je accurate bezoekersdata? Maak dan gebruik van de functie ‘User ID‘ in Google Analytics. Hiermee geef je iedere ingelogde gebruiker op mobiel / desktop / tablet een uniek ID, die Analytics herkent. Het aantal bezoekers zie je dan dalen, maar dat is logisch. Een bezoeker die meerdere apparaten gebruikt, wordt niet langer herkend als drie bezoekers (mobiel / tablet / desktop), maar als één bezoeker. Dit geeft dus een beter beeld van de werkelijkheid.
Ga naar: Beheerder -> Property -> Trackinginfo -> User ID.
Doorloop hier de stappen en zet vervolgens dit in de broncode:
2. Bezoekers gaan van site A naar site B: hoe houd ik dit bij in Analytics?
Dit wordt ‘cross-domein tracking‘ genoemd. Voorbeeld: een webshop heeft een checkout-proces op een andere website. Natuurlijk wil je dat Analytics de lijntjes aan elkaar knoopt en data doorgeeft.
Stel gewoon één property in en gebruik dezelfde code op beide sites. Vervang de Analytics-code, zodat er staat:
ga(‘require’, ‘linker’);
ga(‘linker:autoLink’, [‘domein2.nl’] );
Vul de juiste UA-code en de tweede domeinnaam in.
Heb je drie of meer domeinen? Geen probleem, ik zien hoe je het voor vier domeinen kunt instellen! Vervang de regel die begint met ‘ga(‘linker:’ door:
En voor vier domeinen:
3. Hoe kan ik de domeinnaam in de rapportage zien?
Normaal gesproken zie je alleen het relatieve pad in de rapportages (dus /pagina in plaats van www.site.nl/pagina). Het is mogelijk om de volledige domeinnaam mee te geven. Als je verschillende websites meet met dezelfde Analytics-code, dan kan dit interessant zijn.
1. Maak eerst een kopie van de dataweergave voor rapportage (Beheerder -> Weergave -> Dataweergave kopiëren). Als je een kopie maakt, weet je zeker dat er altijd een origineel blijft bestaan met de oorspronkelijke data.
2. Voeg een geavanceerd filter toe (Beheerder -> Account -> Alle filters -> + Nieuw filter)
Stel vervolgens het onderstaande filter in:
Veld A: Hostnaam A extraheren: (.*)
Veld B: Aanvraag-URI extraheren: (.*)
Uitvoeren naar: Aanvraag-URI Samenstellen: $A1$B1
4. Hoe zet ik meerdere Analytics-codes op één pagina?
Zoals je misschien wel verwacht kun je niet meerdere Analytics-codes op één pagina plakken.
In plaats daarvan voeg je een regel toe aan de bestaande code:
ga(‘create’, ‘UA-XXXXX-Z’, ‘auto’, ‘clientTracker’);
ga(‘create’, ‘UA-XXXXX-X’, ‘auto’, ‘clientTracker2’);
Let op dat je dan ook twee keer de send-functie gebruikt:
ga(‘clientTracker.send’, ‘pageview’);
ga(‘clientTracker2.send’, ‘pageview’);
5. Hoe blokkeer ik dat IP-adressen worden verzonden?
Sommige bedrijven mogen geen IP-adressen doorsturen (college bescherming persoonsgegevens), denk hierbij aan bijv. ziekenhuizen.
Ga naar ‘Beheerder’ -> ‘Accountinstellingen’ en accepteer het ‘Amandement gegevensverwerking’ (onderaan de pagina). Klik op ‘Aanpassing bekijken’, ‘Gereed’, ‘Accepteren’ en sla het op. Zorg er tevens voor dat alle vinkjes boven deze sectie uit staan, zodat Google de data niet kan delen. Nu moet je nog wel de volgende regel toevoegen aan de Google Analytics-code:
6. Kan ik van meer bezoekers gegevens over de sitesnelheid bijhouden?
Ja. Standaard wordt de sitesnelheid van 1% van de gebruikers bijgehouden. Dit percentage kun je verhogen door de regel ‘create’ uit te breiden.
Zo wordt de sitesnelheid van 10% van de bezoekers bijgehouden:
En zo wordt de sitesnelheid van 20% van de bezoekers bijgehouden:
7. Kan ik Analytics-data op een andere plek tonen?
Uiteraard. Maak bijvoorbeeld gebruik van de Spreadsheet Add-On om Analytics-data in Google Spreadsheets te tonen. Een andere mogelijkheid is om een dashboard te maken in Google Data Studio. Handig, want hier kun je data uit Analytics combineren met andere datastromen, bijvoorbeeld MySQL-data. Hier kun je ook templates kiezen.
Wist je dat je zelfs data uit Analytics kunt tonen op je website?
8. Oké, hoe toon ik data uit Analytics dan op mijn website?
Je moet ten eerste een query maken en ervoor zorgen dat deze query dagelijks wordt uitgevoerd. Daarnaast moet je een plek hebben waar de data wordt opgeslagen, bijvoorbeeld in jouw database. Eenmaal opgeslagen in een database, dan kun je deze data weergeven op de site.
Gebruik de Query Explorer om een dataset te maken, bijvoorbeeld de populairste zoekopdrachten op Scientias van de afgelopen negentig dagen. Hieronder zie je hoe ik dit heb ingesteld:
Het resultaat is:
Je kunt de query-URL delen met een ontwikkelaar, zodat hij dit kan gebruiken om de data binnen te halen en te tonen op de site. Wil je dit zelf doen? Hier een leestip over hoe je een query opslaat in Google Drive. Als je een WordPress-site hebt, gebruik je de plugin ‘Inline Google Spreadsheet viewer’ om data uit Google Drive weer te geven op je site.
9 Hoe werken reguliere expressies precies?
Met reguliere expressies gebruik je symbolen en tekens om gemakkelijk te segmenteren, doelen te maken of ip-adressen uit te sluiten. Er zijn veel reguliere expressies, maar dit zijn de belangrijkste:
- | = ‘of’, bijv. thanks|bedankt|danke
- \ = ‘escape’, bijv. /folder\?pid=123
- ? = ‘voorgaand teken niet/wel opnemen’
- () = ‘afkaderen van woorden of getallen’
- . = ‘komt overeen met alle symbolen’
- .* = ‘alles meenemen’
Voorbeeld 1
Ik wil alle pagina’s meten die eindigen met ‘bedankt=1’. Het goede nieuws is dat ik geen symbolen nodig heb om dit bij te houden. Ik vul onderstaande in bij reguliere expressie:
Voorbeeld 2
De volgende URL’s wil ik wel meenemen:
-> /lespakket/spoedopleidingen?bedankt=1
-> /lespakket/rijlessen?bedankt=1
De volgende URL’s wil ik niet meenemen:
-> /theorieles/spoedopleidingen?bedankt=1
-> /lespakket/spoedopleidingen?test=1
Vul dan het onderstaande in bij reguliere expressie:
Analytics registreert nu alleen doelen als de hoofdmap ‘lespakket’ is én als de bedankt-url ‘bedankt=1’ is. Met (.*) geven we aan dat het niet uitmaakt wat er tussen ‘/lespakket/‘ en ‘bedankt=1’ staat. Dit kan spoedopleidingen zijn, maar ook ‘rijlessen’, of iets anders.
Voorbeeld 3
De volgende URL’s wil ik allemaal meenemen in één doel:
-> /locatie1/bedankt
-> /locatie2/bedankt
-> /locatie1/dank
-> /locatie2/dank
Dat kan met de volgende reguliere expressie:
(1|2) -> er kan 1 of 2 staan.
(be)? -> ‘be’ kan optioneel meegenomen worden.
t? -> ’t’ kan optioneel meegenomen worden.
Let op dat in dit geval ook /dankt en /bedank meegenomen worden.
10. Hoe krijg ik snel inzicht in bepaalde trends?
Gebruik hiervoor de tool ‘Usage Trend’. Hier kies je een account, een metric (bijvoorbeeld sessie) een dimensie en een tijdsperiode. Je kunt hier snel zien hoe bijvoorbeeld het percentage desktopbezoekers afneemt:
Of het percentage bezoekers via Google (organisch) over een periode van drie jaar:
11. Wat is het verschil tussen e-commerce en geoptimaliseerde e-commerce?
Dankzij geoptimaliseerde e-commerce wordt er veel meer data verzameld over wat bezoekers op jouw site doen, zoals:
- Hoe snel voegt een bezoeker een bepaald product toe aan het winkelmandje?
- Hoe snel doet hij of zij daarna een aankoop?
- Welke gerelateerde producten worden er getoond?
- Welke producten worden toegevoegd aan het winkelmandje?
- Welke producten worden verwijderd uit het winkelmandje?
- Welke kortingsbonnen worden gebruikt?
Verzamel deze gegevens, zodat je weet of verbeteringen in het checkout-proces ook daadwerkelijk nuttig zijn.
Gebruik jij Magento of een ander open source pakket? Dan zijn er allerlei plugins om geoptimaliseerde e-commerce te gebruiken. Bij een closed source CMS is dit maatwerk. Vergeet niet om geoptimaliseerde e-commerce te activeren bij ‘Beheerder’ in Analytics.
12. Hoe meet ik makkelijk verschillen tussen diverse versies van mijn website?
Als een nieuwe site live gaat, adviseer ik om ook de versie van de site door te geven aan Analytics. Als er verbeteringen door worden gevoerd, verander je vervolgens weer het versienummer. In tegenstelling tot software, moet je hele getallen gebruiken. Een kleine upgrade betekent dat de site niet van 1.0 naar 1.1 gaat, maar gewoon van 1 naar 2. Je moet dan wel zelf bijhouden welke nummers grote upgrades zijn.
1. -> Maak een aangepaste dimensie in Google Analytics genaamd ‘Versie’. Ga naar Beheerder -> Property -> Aangepaste definities -> Aangepaste dimensies. Zet het bereik op ‘Hit’.
2. -> Zet de volgende regel in de code:
3. -> Verandert de versie? Dan wordt het ‘2’, ‘3’, etc.
Vanaf nu kun je gemakkelijk filteren op versienummer, namelijk door een geavanceerd segment aan te maken.
13. Hoe houd ik zoekopdrachten op mijn site bij?
Ga naar de website en gebruik de zoekfunctie. Als het goed is kom je op een pagina met zoekresultaten en is de URL veranderd naar: www.site.nl/?s=zoekwoord. Voor de zoekterm staat een ‘=‘-teken. Daarvoor staat de letter ’s’. De ’s’ is de zogenoemde Search Query Parameter. Vaak is dit iets als ’s’, ‘q’ of ‘zoeken’.
Dit stel je in door naar Beheerder -> Weergave -> Instellingen weergeven te gaan. Schakel ‘Site Search bijhouden’ in en vul de juiste Search Query Parameter in.
14. Wat betekenen de nieuwe rapporten ‘Lifetime value’ en ‘Cohortanalyse’?
De cohortanalyse kijkt naar het gedrag van bezoekers die in een bepaald tijdvak aan een voorwaarde voldoen. Vooral handig als je bijvoorbeeld aan marketing automation doet!
Stel, een bezoeker komt op dag 0 op mijn site en schrijft zich in voor een e-book. Vervolgens krijgt deze bezoeker automatisch op dag 6, dag 10 en dag 14 een toffe mail. Dankzij cohortanalyse zie je precies of de gemiddelde opbrengst per gebruiker op deze drie dagen hoger is dan op andere dagen.
Een ander voorbeeld: je hebt op 12 juli een grote advertentie geplaatst in de krant met als doel om niet alleen extra bezoekers op jouw site te krijgen, maar vooral om ze vast te houden. Je kunt dan dankzij de cohortanalyse zien hoeveel procent van de nieuwe bezoekers (in dit geval: 9.234 bezoekers) de dagen erna de site bezoeken. Het fraaie is dat je dit kunt vergelijken met andere data om te zien of er grote verschillen zijn.
De lifetime value is de klantwaarde van je gebruikers in de loop van de tijd, vooral handig bij sites en webshops waar klanten meerdere keren iets bestellen.
Google Analytics maakt automatisch een Klant-ID aan (zie ook ‘Gebruiksanalyse‘ in Analytics). Wil je lifetime value nog beter meten? Stel dan User-ID in.
15. Hoe installeer ik Google Analytics op een AMP-pagina?
Plak eerst de volgende regel in de head, voor de AMP JS-library:
Vervolgens plaats je de onderstaande code in de footer:
<script type=”application/json”>
{
“vars”: {
“account”: “UA-XXXXX-Y”
},
“triggers”: {
“trackPageview”: {
“on”: “visible”,
“request”: “pageview”
}
}
}
</script>
</amp-analytics>
16. En hoe installeer ik Google Analytics in een Facebook Instant Article?
Gebruik onderstaande code in de body (dus niet in de header of footer). Plaats de volledige Analytics-code tussen de iframe-tags.
<iframe>
<!– Vervang deze regel en plak hier de Analytics-code –>
</iframe>
</figure>
17. Hoe weet ik snel wanneer er iets mis is met mijn site?
Maak gebruik van aangepaste meldingen (Beheerder -> Aangepaste meldingen). Stel bijvoorbeeld een melding in dat wanneer er geen transacties zijn of wanneer het aantal bezoekers met een x-percentage is gedaald op een bepaalde dag, dat je dan een e-mail krijgt.
Stel dat het bestelproces kapot is door een foutje (nou ja, foutje…) van een programmeur, dan weet je dat sneller dan het licht.
18. Wat zijn berekende statistieken?
Je kunt vanaf nu zelf je metrics samenstellen, zodat je die terugziet in rapportages (Beheerder -> Weergave). Je kunt maximaal vijf berekende statistieken toevoegen. Bijvoorbeeld: de omzet per gebruiker. Gebruik hiervoor de formule: {{opbrengst}} / {{gebruikers}}.
Maar er zijn meer mogelijkheden:
- Totaal aantal harde conversies: {{voltooiingen doel X}} + {{voltooiingen doel Y}} + {{voltooiingen doel Z}}
- Conversiepercentage per gebruiker: {{transacties}} / {{gebruikers}}
- Opbrengst in EUR (op Engelse shop): {{Opbrengst}} * 1.27 (de wisselkoers)
Nog een idee: bereken de winstmarge van een AdWords-campagne. Maak een nieuwe berekende statistiek aan met de titel ‘Winstmarge’ (valuta). In het onderstaande voorbeeld is de marge ongeveer 30% en bedragen de bureaukosten 10% van het totale AdWords-budget.
19. Hoe kan ik pagina’s gebundeld weergeven?
Soms kan het handig zijn om pagina’s te bundelen, bijvoorbeeld om snel de omzet te zien van een groepje pagina’s met hetzelfde thema. Stel dat ik een website heb over de feestdagen met een aantal artikelen per feestdag, dan bundel ik de pagina’s per feestdag om te zien wat de populairste feestdagen zijn. Dit kun je in Analytics doen door naar Beheerder -> Weergave -> Inhoudsgroep te gaan. Je kunt content groeperen op basis van de trackingcode of op basis van regels (o.a. reguliere expressies). Meer hierover lees je in het helpcenter van Google Analytics.
20. Hoe filter ik makkelijk pagina’s waar iets mis mee is?
Stel, je wil de pagina’s met een hoog bouncepercentage verbeteren, zodat minder mensen ‘bouncen’. Dan kun je filteren op ‘Bouncepercentage’ in de tabel, maar dan staan pagina’s met een bouncepercentage van 100% en slechts een paginaweergave bovenaan. Gelukkig heeft Google Analytics een handige functie om gewogen te sorteren. Hierdoor worden pagina’s met een hoog bouncepercentage én veel paginaweergaven bovenaan weergegeven. Dit zijn de pagina’s die je echt moet verbeteren.
21. Ik heb een andere vraag, wat nu?
Heb jij een vraag? Of een gouden tip? Mail mij op tim@stormachtig.nl en ik breid dit artikel uit met nog meer vragen en antwoorden.
Heb je iets aan dit artikel gehad? Deel ‘m dan op Facebook of LinkedIn. Alvast bedankt!